Leesniveau


Stroom heeft boeken in haar aanbod in de leesniveaus van E3 tot en met E4, voor kinderen van 7 tot en met 12 jaar. Deze leesniveaus zijn door Cito gecertificeerd. Een aantal van de boeken zijn LC (leeftijd conform), maar de meeste boeken zijn MN, dus van een makkelijker niveau.

Hogere leesniveaus, voor kinderen vanaf groep 5, zijn beschikbaar voor kinderen van 8 jaar tot 13 jaar. Ook hier geldt dat de meeste boeken geschreven zijn in een makkelijker niveau.

 

Avi-leesniveaus bij Stroom 


Basisscholen hanteren het avi-leessysteem, een systeem waarin boeken en teksten door Cito gelabeld worden met een bepaald leesniveau. Onderwijzers, ouders en kinderen zijn bekend met deze indeling. Stroom maakt daarom voor een aantal boeken gebruik van de avi-indeling. De niveaus die Stroom door Cito laat certificeren, gaan van avi-niveau E3 tot en met E4. De grootste opklimming in moeilijkheidsgraad en de grootste leesontwikkeling van kinderen vindt plaats binnen deze niveaus: de woorden worden steeds moeilijker, de zinnen worden steeds langer en gecompliceerder.

 

Hogere en lagere leesniveaus bij Stroom


Stroom heeft ook boeken in haar aanbod die moeilijker en makkelijker zijn dan de avi-leesniveaus van E3 tot en met E4.

Vanaf het leesniveau voor kinderen halverwege groep 5 (M5) heeft Stroom ervoor gekozen om deze boeken niet meer door Cito te laten certificeren. Vanaf M5 zijn kinderen in staat om in technisch opzicht de meeste woorden, ook de moeilijker leenwoorden, te ‘ontcijferen’. Deze boeken krijgen van Stroom geen leesniveau label van Cito meer, maar vallen onder de zoekterm “hogere leesniveaus”. Wil je zeker weten of je kind een boek op een hoger leesniveau kan lezen, dan kun je dit toetsen met de vijfvingertest.

Leesniveaus lager dan E3, dus de niveaus die door kinderen aan het begin en in het midden van groep 3 worden gelezen, heeft Stroom evenmin door Cito laten certificeren. Het betreft hier boeken met woorden van één lettergreep, korte zinnen en eenvoudige woorden, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van hoofdletters. Ook hier kun je met behulp van de vijfvingertest zien of je kind een boek kan lezen. Deze boeken vallen onder de zoekterm “lagere leesniveaus”.

 

Wat is Avi?


Avi is een afkorting voor Analyse voor Individualiseringsvormen. Een mondvol om aan te duiden dat boeken volgens een aantal kenmerken worden ingedeeld naar moeilijkheidsgraad. Het systeem is ontwikkeld door de KPC-groep in Den Bosch in samenwerking met Cito. Deze laatste beschikt tegenwoordig over de rechten van het systeem en toetst en beoordeelt de avi-leesniveaus van boeken en teksten. Na doormeting geeft Cito een label af. Dit label is in de boeken van Stroom terug te vinden in het colofon.

Vóór 2008 werd het oude avi-systeem gehanteerd: de niveaus avi 1 tot en met avi 9. In groep 3 werd begonnen met teksten op avi 1 niveau, aan het einde van groep 7 werden kinderen geacht boeken op avi 9 niveau te kunnen lezen.

Vanaf 2008 is het nieuwe avi-systeem ingevoerd. De namen voor de niveaus zijn een aanduiding geworden voor het niveau dat in het midden of aan het einde van een groep beheerst zou moeten worden: na het avi-niveau ‘start’ dat het niveau aanduidt voor kinderen die net zijn begonnen met lezen in groep 3, komen niveau M3 en E3: de leesniveaus voor kinderen in het midden van groep 3 en aan het einde van groep 3. M4 en E4 zijn dus de niveaus voor kinderen in het midden van groep 4 en aan het einde van groep 4.

Wat is clib?


Cito geeft niet alleen aan wat het avi-niveau van een boek is, maar geeft ook een clib-indicatie. Waar het avi-niveau gaat om de moeilijkheidsgraad van de woorden, zegt het clib-niveau iets over de moeilijkheidsgraad van de zinnen. Hoe hoger het clib-niveau, hoe langer en hoe gecompliceerder de zinnen. Zo kan een boek avi M4 zijn, maar clib 5: de zinnen zijn qua lengte en zinsopbouw dan net iets moeilijker dan het avi-woordniveau. Het kan voor kinderen met dyslexie prettig zijn om een boek met een lager avi- en een hoger clib-niveau te lezen. In technisch opzicht zijn de woorden dan eenvoudiger om te lezen, maar de zinnen zijn minder ‘kinderachtig’.

Kenmerken leesniveaus


E3

Woorden van één en van twee lettergrepen, opeenvolging van meerdere medeklinkers in een woord (strak: str), hoofdletters, korte zinnen, eenvoudige woorden, elke nieuwe zin op een nieuwe regel.

 

M4

Woorden van één en twee lettergrepen, ook eenvoudige woorden van drie lettergrepen (bijv. helemaal, iedereen). De zinnen mogen al langer zijn, maar blijven eenvoudig van opbouw. Iedere nieuwe zin begint op een nieuwe regel.

 

E4

Geen beperking meer in woorden met drie lettergrepen, ook minder bekende of leenwoorden mogen voorkomen (bijv. douche, trainen). De zinnen mogen langer en iets ingewikkelder van opbouw zijn. Iedere nieuwe zin op een nieuwe regel.

 

M5

Geen beperking in de lengte van woorden: ook woorden van vier of meer lettergrepen. Ook moeilijker woorden (bijv. systematisch, cadeautje, fauteuil). Zinnen zijn langer en ingewikkelder, maar iedere nieuwe zin begint nog steeds op een nieuwe regel.